Welkom in Etosha National Park: 22.000 vierkante kilometer Afrikaans theater, met een sterrencast waar de Antwerpse Zoo alleen maar van kan dromen. Geen jungle met klamme, dampende hitte en groene chaos, maar een uitgestrekte, dorre vlakte waar de natuur zich heeft aangepast aan de verzengende zon en het schrijnende gebrek aan zowat alles behalve stof. En toch wriemelt het hier van het leven. Terwijl jij muisstil, maar met open mond uit het raampje van je 4×4 staart, laat een olifant ter grootte van een gemiddelde bestelwagen zijn slurf loom zakken in een poeltje troebel water. Een groep springbokken kijkt collectief op wanneer je camera voor de honderdste keer letterlijk je positie verklikt, terwijl een leeuw zich geeuwend nog eens uitstrekt in de schaduw van een eenzame boom. Slechts een dun laagje glas en staal scheiden je van deze rauwe, bloedmooie wildernis; het veilige coconnetje van je wagen. Gelukkig maar, of er waren geen ‘deus ex machinas’ genoeg op deze planeet!
Een bezoek aan Etosha National Park
“Etosha”. Het klinkt een beetje als een Japans automerk, maar betekent in het Oshiwambo simpelweg “grote witte plaats”. Onder de eeuwig stralende zon schittert de reusachtige zoutpan in het midden van het park zo fel dat je spontaan je zonnebril steviger op je neus duwt. Het is deze knalwitte vlakte, de Etosha Pan, die het park zijn unieke karakter geeft. Een compleet leeg maanlandschap, op de occasionele tribune flamingo’s of verkeerd gelopen struisvogels na.
Etosha National Park is niet zomaar een halte op je roadtrip door Namibië. De kans is groot dat je deze plek hét hoogtepunt van je reis zal noemen. Centraal in het park ligt dus die uitgestrekte zoutpan, ongeveer 5000 vierkante kilometer groot, zo indrukwekkend dat hij vanuit de ruimte zichtbaar is. Ooit was dit een meer, tot moeder natuur besloot het kraantje dicht te draaien. Nu is het een schijnbaar lege vlakte, die na een flinke regenbui kortstondig verandert in een spiegelend meer. Dan verschijnen de flamingo’s, met duizenden tegelijk, alsof iemand ze in bulk geleverd heeft.
Maar het droge seizoen, van mei tot oktober, is het echte speelseizoen voor safari liefhebbers. Dan is Etosha op z’n best: geen regen, geen bladeren die je zicht belemmeren, en waterholes die veranderen in sociale hotspots waar zebra’s, olifanten, leeuwen en antilopen zich mengen als was het een dorpsplein met gratis drank.
Toch hoef je je geen zorgen te maken als je Etosha buiten deze “beste” maanden bezoekt. In november, als het eerste groen zich voorzichtig aandient, zie je nog steeds meer dan voldoende wildlife. En in de zomermaanden (december tot maart) wordt het landschap groener, is het zicht iets minder, maar de beloning is er ook; veel pasgeboren dieren, kleurrijke vogels, en die magische momenten waarop een roze wolk flamingo’s over de zoutpan zweeft. Kortom: Etosha past zich aan aan de seizoenen, maar verliest z’n magie nooit. Het is safari zoals het bedoeld is: traag, bloedheet, en met een soundtrack van absolute stilte.
De toegangspoorten van Etosha National Park
Er zijn vier officiële toegangspoorten tot het park. De bekendste en meest gebruikte is Andersson Gate, in het zuiden, vlak bij het restcamp Okaukuejo. De Von Lindequist Gate ligt in het oosten, bij Namutoni. Dan is er nog de Galton Gate in het westen, die vooral populair is bij wie via Damaraland komt aangereden, en tot slot de King Nehale Gate in het noorden, waar het toerisme minder uitgesproken is.
Nog voor je de eerste zebra hebt gespot, wacht je een typisch Afrikaans ritueel: het invullen van een formulier in drievoud en het ontvangen van een officieel ogend papiertje. Bewaar dit papiertje trouwens heel goed, want zonder kom je het park niet meer uit. Na het invullen van de documenten betaal je ook het toegangsgeld voor het park. Liefst cash.
De vier toegangspoorten van Etosha openen bij zonsopgang en sluiten bij zonsondergang, maar hetzelfde geldt voor de kampplaatsen binnenin het park. Plan dus slim: kom vroeg genoeg om je registratie af te handelen, je formuliertje te bemachtigen, en nog rustig naar je kamp te rijden voor zonsondergang. Letterlijk moeten slapen tussen de leeuwen is zelfs voor David Attenborough nét dat tikkeltje te spannend.
Waar overnachten in Etosha National Park?
Wil je Etosha ten volle beleven, dan moet je in het park zelf overnachten. Want terwijl de buitenwereld nog wakker moet worden, sta jij al paraat bij de eerste zonnestraal, klaar om de bush in te duiken met je verrekijker in de aanslag. Etosha heeft zes officiële restcamps binnen het park, gerund door NWR (Namibia Wildlife Resorts):
- Okaukuejo Camp (camping + bungalows)
- Halali Camp (camping + bungalows)
- Namutoni Camp (camping + bungalows)
- Dolomite Camp (bungalows)
- Olifantsrus Camp (camping)
- Onkoshi Camp (bungalows)
Elk kamp is volledig omheind en heeft zijn eigen waterhole, waar je ’s avonds rustig kan kijken hoe het wild zich netjes op een rijtje aan je komt presenteren. De accommodaties zelf zijn eerder basic dan glamoureus: denk meer aan een betonnen bungalow dan een boetiekhotel. Maar hé, je komt hier niet voor de luxe. Je komt voor het feit dat je neushoorns kan zien drinken terwijl jij je tanden staat te poetsen!
De meeste kampen hebben toch wat luxe in huis: een restaurant waar je kunt ontbijten en dineren, een zwembad met enorm verfrissend water, en een winkeltje (waar de schappen verdacht veel lege ruimte bevatten). Pro tip: doe je boodschappen vooraf, bijvoorbeeld in Windhoek of Outjo.
De poorten van het kamp gaan open bij zonsopgang en dicht bij zonsondergang. Kom dus steeds op tijd terug naar je kamp, want te laat is écht te laat. De Etosha-parkrangers hebben weinig begrip voor mensen die “nog even een giraffe aan het bewonderen waren”.
Tanken kan trouwens in sommige van de kampen, maar je vult je tank toch maar beter volledig voor je het park binnenrijdt. Zo hadden wij de pech dat het tankstation in het park compleet leeg was, en niemand die je dan kan vertellen wanneer die weer bijgevuld zal worden.
Hoeveel tijd heb je nodig in Etosha National Park en hoe te verdelen?
Wie denkt: “We doen Etosha even op één dag”, stop dan nu met lezen en cancel die reis naar Namibië. Etosha vraagt tijd. Verblijf er minimaal twee nachten. Zo spot je zeker genoeg wildlife. Wie twee nachten in het park spendeert raden we aan om te verblijven in Okaukuejo. Heb je een extra nachtje, dan raden we aan om er Halali of Namutoni aan toe te voegen. Zelf hadden we 5 nachten en die verdeelden we als volgt:
- 1 nacht Olifantsrus
- 2 nachten Okaukuejo
- 1 nacht Halali
- 1 nacht Namutoni
Welke dieren vind je in Etosha National Park?
De vraag is eerder: wat vind je er niet? In Etosha National Park leven meer dan 100 verschillende soorten zoogdieren, 340 soorten vogels en 110 soorten reptielen. Etosha is thuis voor vier van de Big Five (enkel de buffel ontbreekt). Verwacht olifanten in konvooi, neushoorns die zich niks aantrekken van je aanwezigheid, leeuwen die net iets te dicht bij je auto gaan liggen, en luipaarden die zich met een beetje geluk als een bonuslevel van het park laten zien. Daarnaast vind je er onder andere: giraffen, zebra’s, springbokken, kudu’s, gnoe’s, hyena’s, jakhalzen, mangoesten, cheetah’s, oryxen, struisvogels en neushoornvogels.
Self drive of een georganiseerde Game Drive?
Hier komt de twist waardoor wij zo verliefd zijn op Etosha: dit is één van de weinige Afrikaanse parken waar je prima op eigen houtje kan en mag rondrijden. De wegen zijn goed aangegeven en de kans dat je verdwaalt is kleiner dan in de IKEA op een zaterdag. Self drive betekent vrijheid: jij bepaalt wanneer je stopt en hoe lang je kijkt. Maar het betekent ook zelf navigeren, zelf opletten, zelf weten wanneer het tijd is om om te keren.
Voor wie dit te spannend vindt zijn er georganiseerde game drives beschikbaar vanuit elk kamp, vaak bij zonsopgang of in het schemerlicht (wanneer self-drives verboden zijn). De gidsen weten waar de dieren zitten, waardoor je zeker wat te zien zal krijgen.
Self-drive
Hoewel onverhard, zijn de wegen verrassend goed begaanbaar. De kleine zijwegen zijn trouwens het échte goud. Ja, ze zitten soms vol kuilen (vooral tussen december en februari, als het regenseizoen zijn natte best doet), maar ze zijn stukken rustiger én veel spannender dan de hoofdroute. Denk: een uiterst traag en hobbelig ritje, zwetende handjes, en dan plots een cheetah die vanuit het struikgewas een razende sprint op een troepje gazelles inzet. Je moet er wat voor over hebben, maar saai wordt het nooit.
De maximumsnelheid in het park is 60 km/u, en dat is met goede reden. Vooral springbokken hebben, laten we zeggen, een nogal nerveus karakter. Ze dartelen vrolijk langs de kant en besluiten dan soms om halsoverkop de weg over te steken. Maar ook kuddes zebra’s kiezen vaak voor het gemak van de platgetreden paden. En na een blinde bocht tussen enkele bomen plots een olifant in het midden van de weg zien staan is ook even schrikken. Altijd alert zijn dus!
Gouden regel in Etosha: je auto is je cocon. Of noem het gerust je mobiele schuilhut. Je mag er nooit zomaar uitstappen, zelfs niet als je denkt dat er “toch niks in de buurt” is. Want geloof ons: dat ene struikje waar jij een plaspauze plande, kan zomaar een slapende leeuw verbergen. Niet doen dus. Er is echter één uitzondering, en die is behoorlijk spectaculair: Etosha Pan Lookout. Hier mag je wél uit je wagen, omdat je je letterlijk midden op de zoutpan bevindt — een onwerkelijk, eindeloos wit landschap waarin zelfs een muis zich niet ongezien zou kunnen verstoppen. Moet je dringend naar het toilet? Dan zijn er gelukkig voldoende omheinde picknickplekken en natuurlijk de kampen zelf.
De beste tips om dieren te spotten
- Sta vroeg op. Ja, ook in de vakantie. De dieren zijn ’s ochtends actief, dus jij moet dat zeker ook zijn!
- Waterholes zijn je beste vriend. Rij van waterput naar waterput en wacht. Neem na zonsondergang ook zeker nog even een kijkje aan de waterput bij je kamp.
- Wees stil. Draai indien nodig de motor van je wagen uit.
- Geduld. Dieren zijn niet gehaast, dus jij ook niet. Safari is geen pretpark.
- Download de app van Etosha National Park of koop een kaart in één van de souvenirwinkeltjes.
- Neem een goede verrekijker mee.
- Hou andere auto’s in de gaten. Zie je ergens een zwerm andere toeristen staan? Dan is de kans groot dat daar iets te zien is!
- Bij elk kamp ligt aan de receptie een logboek waar andere reizigers noteren welke dieren ze aan welke waterholes gezien hebben (zo konden wij leeuwen spotten!)
En zo tuf je, een paar intense dagen later, weer richting de uitgang van Etosha. De vering van je wagen heeft zwaar afgezien, de geheugenkaart van je camera zo mogelijk nog zwaarder. Je hebt zebra’s zien vechten als tieners die zich willen bewijzen aan de ingang van een fuif, olifanten zien badderen als bejaarden in een kuuroord, en leeuwen zien slapen met het zorgeloze zelfvertrouwen van iemand zonder wekker. Voor zo’n spektakel is alleen een minutenlange staande ovatie op z’n plaats. Voor wie dit artikel leest: goed nieuws, er worden nog elke dag extra voorstellingen aangekondigd!