Het Nationaal Park Les Écrins, netjes genesteld tussen de Noordelijke en Zuidelijke Franse Alpen, is een van Europa’s best bewaarde geheimen. Alleen bij echte bergliefhebbers komt dit gebied vroeg of laat wel op de radar terecht. Dit grillige bergmassief heeft allesbehalve de sterallures van beroemdere oorden als pakweg Chamonix, Courchevel of Sankt Moritz. Je vindt er geen modieuze skipistes waar de jetset hun nagelnieuwe skibotten komen showen om ze vervolgens nooit meer aan te raken. Ook geen kabelbanen met prosecco aan boord, dure casino’s of luxe wellness-berghotels. Nee, hier kom je voor de onmetelijke stilte, wispelturige rotsformaties en de (helaas niet meer zo) eeuwige sneeuw. Het is er ruw, afgelegen en de natuur kent er geen genade. Maar wie zich in de diepste geheimen van Les Ecrins durft wagen, wordt beloond met hemelse valleien, grommende gletsjers, marmotten die luider fluiten dan vieze ventjes in een Parijse metro en bergmeren zo hemelsblauw dat Will Tura spontaan zou klaarkomen. Allons-y!
Les Écrins National Park
Les Écrins is een nationaal park in de Franse Alpen. Het is het grootste beschermd natuurgebied van de Alpen, met een kerngebied van maar liefst 900 km² en daarrond nog een beschermde zone van zo’n 1800 km². La Bérarde, een dorpje in het hart van het park, vormt samen met het gebied rond de Mont Blanc het epicentrum van de Franse klim- en bergsport. In grote lijnen ligt het park tussen de steden Grenoble, Gap en Briançon, die bijgevolg voor veel bezoekers het startpunt zullen zijn voor hun ontdekkingstocht doorheen het park. Ook La Grave en Villar-d’Arêne zijn kleine maar fijne plekken om te verblijven.
De hoogste bergen van het gebied zijn de vierduizenders Barre des Écrins (4.102 meter) en Dôme de Neige des Écrins (4009 meter), gevolgd door La Meije (3.982 meter), Ailefroide (3.954 meter) en Mont Pelvoux (3.946 meter).
De verschillende valleien
Het Ecrins-massief bestaat uit 7 grote valleien: Briançonnais, Vallouise, Embrunais, Champsaur, le Valgaudemar, le Valbonnais en Oisans. De verschillende valleien vormen een gevarieerd geheel, waardoor er voor elk type bergwandelaar wel iets te vinden valt.
De noordkant is het meest verstedelijkt. Aan de rand van het park vind je er dan ook de skistations Alpe d’Huez, les Deux Alpes, Serre-Chevalier, en natuurlijk de legendarische cols van de Tour de France (Alpe d’Huez, Lautaret, Galibier). Maar ook hier vind je prachtige wandeltochten met spectaculaire uitzichten op de witte pieken. De valleien waarin je de dorpjes La Bérarde en van Ailefroide terugvindt, snijden diep in het massief. De dorpen zijn tijdens de winter zo goed als verlaten en dienen tijdens de zomermaanden als basiskamp voor alpinisten en rotsklimmers. De zuidelijke helft van het massief is het meest afgelegen. Een waar paradijs voor de fervente bergwandelaar, met kleine schuilhutten die volledig geïsoleerd van de bewoonde wereld liggen.
Een oplijsting van de mogelijke dorpjes waar je kan overnachten per vallei.
- Briançonnais
- La Grave
- Le Monêtier-les-Bains
- Villar d’Arène
- Vallouise
- Puy Saint-Vincent
- Champcella
- Freissinières
- L’Argentière-la-Bessée
- Les Vigneaux
- Vallouise-Pelvoux
- Embrunais
- Réotier
- Saint-Apollinaire
- Savines-le-Lac
- Châteauroux-les-Alpes
- Crots
- Embrun
- Prunières
- Puy Saint-Eusèbe
- Puy Sanières
- Réallon
- Champsaur
- Saint-Léger les Mélèzes
- Saint-Michel de Chaillol
- Chabottes
- Ancelle
- Buissard
- Orcières
- Saint-Jean Saint-Nicolas
- le Valgaudemar
- La Chapelle-en-Valgaudemar
- La Motte-en-Champsaur
- Saint-Eusèbe-en-Champsaur
- Saint-Firmin
- Saint-Jacques en Valgaudemar
- Aspres-les-Corps
- Saint-Maurice en Valgodemard
- Villar Loubière
- Aubessagne
- le Valbonnais
- Entraigues
- Valjouffrey
- Oisans
- Saint-Christophe en Oisans
- Besse-en-Oisans
- Le Bourg d’Oisans
- Clavans-en-Haut-Oisans
- Mizoën
- Ornon
- Oulles
- Les Deux Alpes
- Villard Reymond
- Villard Notre-Dame
Meer informatie kan je terugvinden op de officiële site van Les Écrins (enkel in het Frans) of van Grand Tour des Écrins (Frans en Engels).
Kamperen in Les Ecrins National Park
Bivakkeren is toegelaten binnen het hele park, mits een aantal voorwaarden: je mag er geen kampvuur maken, bivakkeren mag enkel tussen 19u en 9u, je mag maximum 1 nacht op dezelfde plek doorbrengen en je moet minstens 1 uur stappen van de dichtstbijzijnde parking. Je plant je trektocht door Les Ecrins dus best goed vooraf. Door het ruige reliëf en het beperkte aantal bronnen en meertjes, is het niet gemakkelijk om à l’improviste een goede plek te vinden. Je kan natuurlijk ook altijd op een officiële camping of in een berghut overnachten. Boek deze tijdens de drukke zomermaanden zeker vooraf!
Fauna & Flora
Je hoeft geen bioloog te zijn om in Les Ecrins onder de indruk te raken van the wildlife. De marmotten fluiten zich suf op elke bergflank, de gemzen en steenbokken klimmen tegen de verticale rotsen op alsof ene Newton alles los uit zijn duim zoog, en dan zijn er nog de spectaculaire roofvogels zoals arenden, lammergieren en met een beetje geluk zelfs een steenarend. En ja, de wolf is terug. Echter wel schuw en onzichtbaar, dus de kans dat je er onderweg eentje spot is helaas nihil.
Daarnaast vindt er in het voorjaar en de vroege zomer een ware explosie van kleur plaats: edelweiss, gentianen, alpenanemonen, alpenrozen… Een botanisch kleurenspectakel dat zich mooi aftekent tegen het decor van de spitse sneeuwtoppen.
De allermooiste hikes in Les Ecrins National Park
Refuge du Glacier Blanc
- Afstand: 11 kilometer
- Hoogtemeters: 775 meter
- Duur: 5 uur
- Moeilijkheidsgraad: gemiddeld – zwaar
Eén van de mooiste wandelingen in Les Ecrins is zonder twijfel die naar Refuge du Glacier Blanc. Het is een steile klim met af en toe een iets technischer deel, maar al bij al is deze tocht doenbaar voor alle wandelniveau’s met een beetje doorzettingsvermogen. De wandeling start aan de parking bij Refuge du Pré de Madame Carle. Daarna wandel je even heel kort door een lieflijk naaldbos, maar al snel verandert het landschap in een desolate vlakte, volledig kaal achtergelaten door de Glacier Noir die vroeger tot diep in het dal reikte.
De steile haarspeldbochten wijzen je direct de weg naar boven, en niet veel later krijg je al een eerste frontaal beeld van de prachtige gletsjer. Het laatste deel van de tocht is iets pittiger, met af en toe een staalkabel om je aan op te trekken. Maar geen nood, na een korte slotklim plof je heerlijk neer op het terras van de berghut. Aan de ene kant kijkt de Mont Pelvoux als een waakhond over de wandelaars heen, terwijl je aan de andere kant de machtige gletsjerwand in volle glorie kan bewonderen. Wie nog wat extra energie heeft, kan trouwens nog wat dichter tot aan de gletsjer wandelen.
Refuge l’Alpe de Villar d’Arène
- Afstand: 10,5 kilometer
- Hoogtemeters: 450 meter
- Duur: 4 uur
- Moeilijkheidsgraad: gemiddeld
De route naar l’Alpe de Villar d’Arène is over het algemeen, op een paar steile klimmetjes na, gemakkelijk te wandelen. De wandeltocht start aan de parking bij Camping municipal de Villar d’Arène en volgt de bulderende rivier hoger en hoger de bergen in. Je start relatief vlak, met in het midden een steile klim en enkele haarspeldbochten. Nadien loop je het laatste stuk tot aan de hut ook weer op een iets vlakker pad. Eenmaal aan de hut kijk je de prachtige vallei in, met de kronkelende rivier in de diepte en de hoge pieken van de bergen om je heen, met als centerpiece ‘La Grande Ruine’, een bijna 4000 meter hoge top met vlijmscherpe rotsformaties. Wie wil kan verder wandelen tot aan Refuge du Pave of de Refuge Adele Planchard.
Lac de l’Eychauda (+ Col des Grangettes)
- Afstand: 11,5 kilometer (13,5 kilometer)
- Hoogtemeters: 825 meter (1000 meter)
- Duur: 4 uur (5 uur)
- Moeilijkheidsgraad: zwaar
Lac de l’Eychauda is een perfect ovaal, azuurblauw bergmeer, waar de ijsblokken zelfs in juli koppig blijven ronddobberen. De klassieke route begint aan Chambran, een gehucht waar de tijd is blijven steken, zo rond het jaar dat de Tour nog zonder doping werd gereden. De wandeling is een echte kuitenkietelaar: 800 hoogtemeters over een stenig, maar goed onderhouden pad, waar je je adem bij elke haarspeldbocht een stukje extra kwijt raakt. Na een tijdje klauteren opent er zich een natuurlijk amfitheater: het Lac de l’Eychauda, gevoed door de overhangende Glacier de Séguret Foran, ligt er koel en mysterieus bij.
Voor wie nog wat extra hoogtemeters in zich heeft, kunnen we de Col des Grangettes aanraden. De klim ernaartoe is iets steiler en technischer, maar boven wacht een panoramisch uitzicht op de Vallée de la Guisane en de scherpe pieken van het Écrins-massief.
Plateau d’emparis, Lac Noir & Lac Lérié
- Afstand: 16 kilometer
- Hoogtemeters: 850 meter
- Duur: 5 uur
- Moeilijkheidsgraad: gemiddeld
Wandelen in de bergen hoeft niet altijd als topsport aan te voelen. Soms mag het oog ook wel eens gestreeld worden tijdens een (relatief) minimale inspanning. Het Plateau d’Emparis is daar het prototype van. Een hoogvlakte op zo’n 2.400 meter hoogte, bezaaid met bloemen, grazende koeien en een uitzicht op de imposante La Meije aan de overkant van het dal.
De wandeling naar Lac Noir en Lac Lérié begint meestal in Le Chazelet. Het is een goed begaanbaar pad, met milde hellingen en belachelijk veel foto-opportuniteiten. In het begin moet je wel wat haarspeldbochten trotseren, maar laat je zeker niet afschrikken: ze zijn van korte duur! Na een prachtige wandeling over het Plateau d’Emparis bereik je Lac Lérié, een klein gletsjermeer dat dienst doet als perfecte spiegel voor de Meije-piek. Wat verderop vind je Lac Noir, iets donkerder van toon, maar net zo fotogeniek. Dit is trouwens een populaire kampeerspot; met zo’n uitzicht snappen we maar al te goed waarom!
Tour des Écrins
- Afstand: 180 kilometer
- Hoogtemeters: 12.000 meter
- Duur: 12 à 15 dagen
- Moeilijkheidsgraad: zwaar
Wil je de volledige diversiteit van het park in één lange trek verkennen? Dan is de GR54, ook wel de Tour des Écrins, de perfecte keuze! In zo’n 12 à 15 dagen wandel je rond het volledige Ecrins Massief, waarbij je om de 2 à 3 dagen in een dorpje je bevoorrading kan aanvullen. De tocht kan met de tent (wildkamperen is toegestaan!) of via berghutten worden gedaan.
Alternatieve wandelingen
- Cascade de la Pisse: 6 kilometer / 90 hoogtemeters
- Lac du Lauzon: 6,5 kilometer / 370 hoogtemeters
- Lac Lauzon – Lac Blue: 6,5 kilometer / 535 hoogtemeters
- Lac Lauvitel: 6,6 kilometer / 600 hoogtemeters
- Lac de la Douche: 8 kilometer / 400 hoogtemeters
- Lac de la Muzelle: 13 kilometer / 1300 hoogtemeters
- Lac du Glacier d’Arsine: 18 kilometer / 1050 hoogtemeters
Extra: zelf zijn we er helaas niet aan toegekomen, maar er komt een dag… Les Ecrins is het ideale speelterrein om je eerste verticale stapjes in de wereld van het alpinisme te zetten, er worden namelijk voor alle niveaus cursussen, tochten, meerdaagses en echte bergbeklimmingen georganiseerd. We’ll be back!
Blauw, zo hemelsblauw, het kan niet mooier zijn. Massatoerisme heeft het majestueuze alpengebied van Les Écrins gelukkig nog niet in haar klauwen. Er zijn geen shortcuts zoals kabelliften naar de top, waar je snel een selfie wegklikt met een coupe’ke champagne. Elk uitzicht moet je er zelf, met bakken zweet en verkrampte spieren verdienen. We twijfelden dus of we er zelf wel goed aandoen om hierover te schrijven, maar we gaan er vanuit dat lezers van onze website even harde natuurliefhebbers zijn als ons, die zich netjes houden aan het ‘Leave it better than you found it’-principe. In ruil krijg je er eenvoud, ruwheid en schoonheid voor terug, verpakt in adembenemende landschappen en kuitenbijtende trektochten! ‘k Voel in m’n hart, Les Écrins, onze liefde blijft duren! (En dat is dan weer even genoeg Will Tura voor een paar jaar)